Hoe denkt de kerk over gokken?

Hebt u weleens van een retorische vraag gehoord? Wat u wat het betekent als iemand een retorische vraag stelt? In dat geval wordt de vraag wel gesteld, maar is het antwoord dusdanig logisch dat antwoord geven eigenlijk niet meer noodzakelijk is. We geven een voorbeeld. Stel dat premier Rutte vraagt: “Zou het misschien zo kunnen zijn dat Geert Wilders het niet zo heeft op die extra toestroom van migranten?” Dan weet je het antwoord eigenlijk al. Voor iedereen is duidelijk wat het antwoord op deze vraag is. Dat geldt eigenlijk ook voor het onderwerp van dit artikel. Hoe denkt de kerk over gokken? Het antwoord laat zich raden. Ook hier spreken we van een retorische vraag. Of toch niet? Zou het misschien zo zijn dat de kerk daar milder over denkt dan wij vermoeden?
Voorbeeld gemeente Zuidplas
Deze kwestie speelt momenteel in de gemeente Zuidplas waar ‘hervormd’ voor vele inwoners de geloofsovertuiging is. Zeker 5 kerken zijn onlangs een handtekeningenactie begonnen. Nadat enige tijd geleden bekend werd gemaakt dat er wellicht een casino wordt gevestigd in deze gemeente, stonden vele inwoners op hun achterste benen. Het is de bedoeling dat er een casino komt langs de A12 bij Moordrecht. Deze gokhal zou gevestigd moeten worden in de lokaal bekende Pleisterplaats. De gemeenteraad in Zuidplas zit nu in een spagaat. Daar waar de gezamenlijke CU/SGP-fractie de protesterende kerken steunt, klaagt de VVD over paternalisme en beperking van de eigen afweging.
Het is duidelijk hoe de kerk in Zuidplas aankijkt tegen het gokken. Men ziet het simpelweg niet zitten en is bang voor een toename van de gokverslaving in hun gemeente. De uitbater van de Pleisterplaats ziet het natuurlijk wel zitten. Vanwege de teruggelopen omzet in de afgelopen jaren juicht hij de komst van gokspelletjes in de vorm van roulette, blackjack, poker en gokkasten juist toe. De kerk denkt daar totaal anders over. Als we kijken naar de definitie van gokken, dan zit er in de mening van de kerk best een kern van waarheid. De definitie luidt ‘het inzetten van geld op iets wat niet waarschijnlijk is in een poging dit geld te vermeerderen’. Tja, daar kunnen we nauwelijks iets van zeggen. De kans op verlies is groter dan de kans op winst. En daarom zijn de kerken zo tegen de komst van een casino, omdat zij dit zien als de verloedering van de maatschappij.
Bijbel
Als we de Bijbel erop nalezen, zien we niet zoveel terug van wat ons iets vertelt over de mening van de kerk over gokken. Wel zien we in het stuk Leviticus een passage waarin e.e.a. wordt gemeld over ‘geluk’ en ‘kans’. Hierin wordt bijvoorbeeld gemeld dat men een keuze dient te maken welke bok als reinigingsoffer en welke bok als verzoeningsoffer zou moeten dienen. Voor de betreffende bokken was dit een soort roulette. Ze hebben nog net niet overlegd wie rood of zwart zou pakken, maar daar komt het wel op neer. Naar aanleiding van wat we lezen in de Bijbel kunnen we niet vaststellen dat de kerk negatief tegenover gokken staat. Maar als deelnemer van de maatschappij is het niet moeilijk te concluderen dat dit wél zo is.
Hoe zit het met loterijen?
In de hervormde gemeente Zuidplas is nu een heuse discussie over een casino die er al dan niet komt. Het zijn voornamelijk de hervormden die faliekant tegen zijn en het gokken nog steeds zien als de verloedering van de maatschappij. Hoe denkt God daar zelf over? Of beter gezegd: hoe denken de gelovigen over de aanwezigheid van loterijen en de opbrengsten ervan? Het betreft in dit geval dus niet alleen het fenomeen gokken, maar loterijen in het algemeen.
Goede doelen
Het zogenaamd mooie van de loterijen is dat winnaars al gauw spreken over de mogelijkheid dat ze een deel van het gewonnen geld aan een goed doel gaan schenken. Dat is op zich hartstikke mooi. Toch lijkt het erop dat deze veelbelovende woorden niet altijd worden waargemaakt. Uiteindelijk houden de meeste mensen hun centen lekker in hun eigen zak, wat overigens hun goed recht is. Maar voor velen was het misschien toch beter geweest als ze een deel aan een goed doel hadden besteed. Dan was hun gevoel achteraf een stuk positiever. Want nu kampen de meeste winnaars van een loterij met een rotgevoel, omdat hun financiële positie er achteraf slechter op geworden is. Ja, je leest het goed. Sommige winnaars zijn zo slecht omgegaan met hun gewonnen geld, dat ze in een later stadium financieel in een lastig parket zitten en niet altijd meer hun rekeningen kunnen betalen.
Zo’n ramp is het niet dat het gewonnen geld vaak niet naar goede doelen, of naar de kerk gaat. God stelt dat geld helemaal niet nodig te hebben. Spreuken 13:11 stelt: “In de schoot geworden rijkdom is weer snel verdwenen, gestage groei maakt rijk.” De kerk vertelt dat God oppermachtig is en dat de kerk slechts via eerlijke middelen in behoeften zal worden voorzien. Het komt erop neer dat God dat geld van loterijen niet eens wil hebben. Als je gelovig bent en je leest dit artikel, dan zul je de uitspraken van ‘God’ absoluut kunnen beamen. Heb je niets met de kerk, dan heb je waarschijnlijk ook niets met dit artikel en ben je waarschijnlijk niet eens tot dit punt in de tekst gekomen.
Geld is het kwaad
Toch gaat God en zijn gelovigen nog een stukje verder in zijn betoog. In Timoteus 6:10 staat bijvoorbeeld dat geldzucht de wortel is van alle kwaad. Door ons over te geven aan deze hebzucht zijn we veel te ver afgedwaald en hebben we onszelf veel te veel leed berokkend. En ten slotte staat in Mattheus 6:24 dat niemand twee heren kan dienen. Je kunt dus niet zowel God als het verafschuwde geld liefhebben. Als tevreden gokker hoef je je hiervan niets aan te trekken. Maar realiseer je dat er blijkbaar mensen zijn – gelovigen dus – die totaal anders denken over roulette, blackjack, poker en de gokkast.