Ook vroeger speelde men al vals

Vals spelen is niet alleen iets van deze tijd. Zolang het gokken bestaat – in welke vorm dan ook – ligt het vals spelen op de loer. Gokken en vals spelen trekken gezellig samen op. Daar waar wordt gegokt, wordt ook vals gespeeld. Of dat nu balletje-balletje is op de Ramblas in Barcelona, of je zit aan de roulettetafel in een van de meest chique casino’s ter wereld – in een online casino is het aanzienlijk lastiger dan wel onmogelijk – er zal altijd wel iemand rondlopen die denkt: “Ah, toch eens proberen of ik de boel kan flessen.”

Vals spelen is leuk

Er zijn natuurlijk wel wat spelletjes die zich goed lenen voor het vals spelen. In de media sijpelen soms wat berichten door waaruit blijkt dat het iemand toch weer gelukt is vals te spelen in een fysiek casino. Bij poker, bij baccarat of bij een ander gokspel. Ondanks dat we verwachten dat het technisch gezien niet mogelijk is vals te spelen, en ondanks dat men regelmatig de regels aanscherpt dan wel de beveiliging opschroeft, komt het toch voor dat er wordt vals gespeeld. Het maffe van dit alles – en zeker als het de kranten en andere media haalt – dat we het leuk vinden. Vaak reageren we in de trant van: “Toch knap dat het ‘m is gelukt.”

Vals spelen is van alle tijden

Ook vroeger gokte men al volop. Als we terug kijken naar de tijd dat er al met een dobbelsteen werd gespeeld, kunnen we ervan uitgaan dat ook toen al vals werd gespeeld. Het was de tijd dat je als gokker door de kerk werd veroordeeld. “Ga naar je vee en je vrouw in plaats van te gokken”, waarschuwde de kerkelijke voorgangers van toen.

Ook in de tijden van de Romeinen was vals spelen aan de orde van de dag. Volgens de overlevering is het keizer Augustus geweest die tijdens een middagje dobbelen veel geld verloor. Dat kwam echter niet door pech of het slecht spelen van het spel, het kwam door zijn eigen kleinzoon Caligula. Die liet geen mogelijkheid onbenut om wie dan ook financieel uit te kleden. De Romeinen probeerden het bedrog tegen te gaan. Ook zij zagen dat met het werpen van dobbelstenen vals spelen al heel eenvoudig kon zijn.

Dobbeltoren

De Romeinen bedachten een toren waarmee nooit meer vals gespeeld zou kunnen worden. Althans, met het gooien van dobbelstenen dan. Zij ontwierpen een toren die fijn was bewerkt met koper. Het was de bedoeling dat de twee dobbelstenen van bovenaf erin gegooid zouden worden. Aan de binnenkant van de toren zaten enkele schuine plaatjes gemonteerd die de stenen telkens een andere baan gaven. Onderaan bevond zich een opening waar de stenen dan uit rolden. Zo kon nimmer worden vals gespeeld met het gooien van dobbelstenen. In de dobbeltoren stond onder meer gekerfd: speel onbekommerd, de vijand is verslagen.